Schrijven over de eigenschappen van mensen op basis van hun nationaliteit is gevaarlijk. Iets zeggen over landgenoten op basis van je eigen nationaliteit is moeilijk: ‘Spiegeltje spiegeltje aan de wand, ik zie alleen mezelf’. Maar ik ga het toch allebei doen, het gevaarlijke en het moeilijke. Laten we beginnen met het moeilijke, op basis van mijn Nederlandse nationaliteit.
Dialoog = Discussie
Ik ben Nederlander en woon al 20 jaar buiten Nederland en met de tijd is de spiegel in een raam veranderd. Ik kan nu duidelijk zien waarom mensen met een andere nationaliteit het soms moeilijk vinden om een gesprek te hebben met een Nederlander. Een dialoog kan namelijk snel ontaarden in een discussie gebaseerd op de normen en waarden van de betrokkenen. Verfrissend voor sommigen, pijnlijk of confronterend voor anderen.
Direct ≠ Grof
Direct is niet grof. Onder de Nederlanders meestal niet. Maar voor anderen zijn de Nederlanders soms te direct of zelfs onfatsoenlijk. Echter, de Nederlander beseft dat niet, tilt er niet zo zwaar aan of ziet het zelfs als een deugd. Zelfs als de boodschap van het ongevraagde advies stevige kritiek bevat, dan vinden vele Nederlanders dat belangrijker dan ‘er omheen te draaien’.
Zeggen waar het op staat = De waarheid vertellen
De Nederlanders weten ook wel dat direct zijn pijn kan doen. Ik heb vele malen meegemaakt, zowel in mijn privé omgeving als ook in de werkomgeving, dat een Nederlander publiekelijk en expliciet iets of iemand bekritiseerd. Het is niet bedoeld om schade aan te richten; voor hen is het gewoon ‘zeggen waar het op staat’.
Niet zeggen waar het op staat = Liegen
Voor sommige Nederlanders gaat het direct zijn nog een stap verder dan alleen te zeggen waar het op staat. Niet een mening hebben, niet van gedachten verwisselen of wellicht zelfs geen harde kritiek willen uiten kan gezien worden als passief, ontwijkend gedrag en kan zelfs leiden tot twijfel over de eerlijkheid of intenties van iemand.
Beide kanten
Toen ik destijds in Latijns Amerika voor een Nederlands bedrijf werkte en op bezoek was op het hoofdkantoor in Amsterdam, werd ik uitgenodigd voor een panel discussie met de commerciële baas. Hij leverde milde kritiek op de resultaten en daagde het publiek uit om te reageren. De meesten bleven stil. Behalve de Nederlanders. Zij deden er en flinke schep bovenop en bekritiseerden de leiders in het panel met felle bewoordingen en concludeerden naderhand: ‘Goede discussie’.
Slechts een mening
Per definitie oordelen mensen over wat goed en wat slecht is vanuit hun cultureel perspectief. De Nederlandse cultuur van ‘zeggen waar het op staat’ levert in de ogen van vele niet-Nederlanders een overvloed op aan meningen op. Het verschil tussen de Nederlandse en andere nationaliteiten is dat anderen niet altijd hun mening geven. Voor de Nederlander zijn het ‘slechts’ meningen. Niets om opgewonden over te raken.
Niet alles hoeft gezegd te worden
Ondanks dat ik een trotse Nederlander ben, denk ik dat niet alles gezegd hoeft te worden. Juist niet soms. Ik heb al vroeg geleerd dat in een internationale omgeving een directe benadering vaak een ander en mij gewoon niet helpt. Tegelijkertijd zou het goed zijn als een advies eens wat vaker spontaan gegeven werd. Ik denk dat er dan meer ramen en minder spiegels zouden zijn.