In 2012 overwoog Delta Air Lines een luchtvaartmaatschappij over te nemen om hun expansie naar Azië te ondersteunen. De analyse liet een financieel verantwoorde business case zien. Delta besloot echter het initiatief niet door te zetten met het oog op problemen met company cultures, lokale overheden en zelfs met een zeer loyale klantenbasis van de overnamekandidaat.
Waarom internationale samenwerking fout gaat
In mijn vorige post ‘waarom internationale samenwerking fout gaat’, kwalificeerde ik de onsuccesvolle samenwerking van de KLM en Alitalia in 2000 als ‘een perfect falen’. Synergiën van meer dan 400 miljoen Euro leken een solide basis. Echter, nationale- en bedrijfsculturen werden genegeerd, wat heeft bijgedragen aan het abrupte opbreken van de alliantie.
Geklutst overleven
KLM vormde snel de Air France-KLM Groep in 2004. British Airways en Iberia volgden in 2011. In beide gevallen spelen de verschillen in nationale en bedrijfscultuur nog steeds een grote rol. Air France-KLM en British Airways-Iberia behouden de (nationale) merken, terwijl integratie moeizaam voortschrijdt onder een holdingstructuur. Heroverwegen van het partnership is echter geen optie. Het is heel lastig om een eitje te ontklutsen.
Hetzelfde anders
In het Delta voorbeeld speelden verschillen in nationale cultuur geen rol, maar men nam andere cruciale aspecten in overweging die uiteindelijk tot een gebalanceerde beslissing hebben geleid. In internationale partnerships zijn dezelfde aspecten wellicht nog belangrijker en kan het onderkennen dat iedereen hetzelfde anders doet doorslaggevend zijn.
3 stappen terug naar succes
Voordat een partnership wordt aangegaan kan het doen van drie stappen terug weleens leiden tot vooruitgang: Stap terug 1: Neem afstand van de getallen en evalueer alle ander factoren. Stap terug 2: Onderken culturele verschillen en neem deze mee in het plan. Stap terug 3: Accepteer dat het pad kan veranderen en onverwachte wendingen kan bevatten.